De provincie Utrecht mag voorlopig geen wolf op de
Utrechtse Heuvelrug verdoven en van een zender voorzien. De rechter heeft geoordeeld dat de provincie onvoldoende heeft aangetoond waarom dit noodzakelijk zou zijn.
Utrecht wil de wolf bang maken voor mensen, na meerdere incidenten waarbij het dier opvallend dicht bij mensen kwam. Een van de incidenten betrof een meisje dat door de wolf werd omvergelopen, waarbij het dier met een poot op haar rug stond.
Het plan van de provincie was om de wolf met een pootklem te vangen, om hem vervolgens binnen een half uur te verdoven en een zender om te doen. Met de zender zou het gedrag van het dier beter gevolgd kunnen worden, zodat er eventueel verdere maatregelen genomen konden worden.
De Faunabescherming en Animal Rights betwistten echter dat het bij de meldingen om dezelfde wolf ging en stelden dat de provincie nog andere maatregelen kon treffen.
Zij dienden daarom bezwaar in tegen de verleende vergunning. De behandeling van dit bezwaar kan nog enkele maanden duren, waardoor de dierenorganisaties besloten een kort geding aan te spannen om te voorkomen dat de wolf in de tussentijd zou worden gezenderd.
De rechter ging mee in de argumentatie van de dierenorganisaties en oordeelde dat de provincie niet voldoende had bewezen dat de wolf een gevaar vormt voor de openbare veiligheid.
Ook waren de meldingen over de incidenten niet duidelijk genoeg. Aangezien de wolf een streng beschermd dier is, mag de provincie zonder duidelijke noodzaak niet ingrijpen.
Het is niet de eerste keer dat een rechter oordeelt dat een provincie haar onderbouwing rondom ingrijpen bij wolven onvoldoende is.
In eerdere zaken over het afschieten van paintballkogels op wolven op de Veluwe, moest de provincie Gelderland ook haar plannen beter onderbouwen. Hoewel het uiteindelijk werd toegestaan, was de vergunning op dat moment bijna verlopen en was de betrokken wolf inmiddels overleden.