Rechtszaak tegen Nederlanders die betaalden om te zien hoe een Filipijns meisje werd misbruikt

De corona pandemie heeft een verontrustende verschuiving teweeggebracht in kindersekstoerisme. Terwijl reizigers voorheen naar verre bestemmingen trokken, vindt een groeiend aantal misbruikers nu hun weg naar online platforms.

Recentelijk werden twee Nederlandse mannen aangeklaagd voor het bekijken van seksueel misbruik van Filipijnse kinderen via livestreams, een praktijk die steeds vaker wordt ontdekt.

Een 55-jarige man uit Almelo wordt beschuldigd van het betalen voor livestreams waarin minderjarige meisjes in de Filipijnen ontuchtige handelingen verrichtten.

Deze zaak kwam aan het licht toen een politieagent tijdens een verkeerscontrole op de smartphone van de verdachte pornografische afbeeldingen ontdekte.

Onderzoek wees uit dat de man betrokken was bij het betalen voor deze verschrikkelijke online shows. Een 26-jarige man uit Spijk staat eveneens terecht voor het bekijken van vergelijkbare beelden.

Linda van den Oever, landelijk officier van justitie voor kinderporno en kindersekstoerisme, omschrijft deze online vorm van misbruik als een moderne variant van traditioneel kindersekstoerisme.

“De klant in een westers land betaalt voor het misbruiken van een kind aan de andere kant van de wereld,” zegt Van den Oever. Het aantal gevallen is sinds de corona pandemie aanzienlijk gestegen, met naar schatting 470.000 Filipijnse kinderen die in 2022 via livestreams zijn misbruikt.

De Filipijnen, een land met veel armoede maar goed internet en Engelse taalvaardigheid, is een belangrijk centrum voor deze vorm van misbruik. De combinatie van armoede en toegang tot technologie maakt het voor familieleden van deze kinderen een lucratieve onderneming.

Veel van de betrokken volwassenen zijn familieleden die onder extreme financiële druk staan en hun eigen kinderen of neefjes en nichtjes dwingen tot deelname.

Het opsporen van deze misdaden is bijzonder moeilijk. De communicatie tussen de klant en het slachtoffer gebeurt vaak via versleutelde chat- en video-apps, waardoor het voor de politie lastig is om toegang te krijgen tot deze beelden.

“We zien vaak niet dat het misbruik plaatsvindt,” legt Van den Oever uit. Dit maakt het des te belangrijker voor internationale samenwerking en techbedrijven om actief te helpen in de strijd tegen dit vreselijke misbruik.