De zaak rondom de dood van de 13-jarige Joni uit Schiedam heeft veel emoties opgeroepen. De verdachte, eveneens 13 jaar oud, kan volgens de wet niet als volwassene berecht worden, ondanks de wens van de familie van Joni.
De 13-jarige Joni werd op zondag doodgestoken aan het Fjorddal in Schiedam. Volgens betrokkenen had de jongen zijn wraakactie gepleegd vanwege spijt over een mislukte straatroof, twee weken eerder, waarbij een 65-jarige vrouw was neergestoken. De verdachte, een 13-jarige jongen, zou Joni naar het bos hebben gelokt, waar hij hem vervolgens heeft neergestoken. Een bron dichtbij het rechercheteam bevestigt dat de mislukte overval een van de motieven is die onderzocht wordt. De advocaat van de verdachte heeft echter aangegeven dat zijn cliënt een "heel andere lezing" van de gebeurtenissen heeft.
In Nederland is het strafrecht voor minderjarigen anders dan voor volwassenen. Dit komt doordat minderjarigen in veel gevallen nog niet volledig in staat worden geacht de gevolgen van hun daden te overzien. De oom van Joni uitte zijn hoop dat de verdachte als volwassene zou worden berecht, maar dit is niet mogelijk volgens de wet. De vader en moeder van Joni waarschuwde hun zoon over het gedrag van de verdachte: "Ze zaten bij elkaar op school. Mijn broer en mijn schoonzus hebben meerdere keren gewaarschuwd over de verdachte."
In Nederland geldt het jeugdrecht voor personen onder de 18 jaar, en in uitzonderlijke gevallen wordt een 16- of 17-jarige volgens het volwassenenrecht berecht.
Mariëlle Bruning, hoogleraar jeugdrecht aan de Universiteit Leiden, legt uit dat het doel van het jeugdrecht is om minderjarigen een tweede kans te geven. "In de kern gaat het erom dat kinderen een tweede kans verdienen. Vaak kunnen ze de gevolgen van hun daden niet overzien," zegt Bruning. Ze wijst erop dat 16- en 17-jarigen al verder ontwikkeld zijn, maar dat ze vaak nog niet volledig in staat zijn om hun gedrag in te schatten. Het strafrecht voor jongeren is gericht op opvoedkundige maatregelen, waarbij gedragsbehandeling, familietherapie of persoonlijke begeleiding centraal staan. Dit moet ervoor zorgen dat de kans op herhaling kleiner wordt dan wanneer de jongere in de gevangenis zou belanden, waar hij of zij in contact komt met oudere criminelen.
Voor jongeren onder de 16 jaar geldt een maximale straf van één jaar jeugddetentie. Voor 16- en 17-jarigen kan de straf oplopen tot twee jaar jeugddetentie. Daarnaast kan er ook jeugd-tbs (de PIJ-maatregel) worden opgelegd. Deze behandeling kan maximaal zeven jaar duren en kan later worden omgezet in een tbs-behandeling. In Nederland geldt een minimumleeftijd van 12 jaar voor berechting. Dit betekent dat kinderen vanaf deze leeftijd strafrechtelijk verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor hun daden. Het Kinderrechtencomité van de Verenigde Naties vindt deze leeftijd te laag en adviseert een minimumleeftijd van 14 jaar. Volgens Bruning is het voor kinderen onder de 14 jaar vaak moeilijk om de gevolgen van hun daden te begrijpen. "Zo jong gebeurt het eigenlijk nooit met voorbedachten rade. Het zijn vrijwel altijd incidenten die in het heetst van de strijd gebeuren."