Een opkomend virus heeft recentelijk zijn weg naar Europa gevonden. In juni en juli werden 19 gevallen van het Oropouche-virus gemeld in Europa, met 12 gevallen in Spanje, 5 in Italië en 2 in Duitsland, volgens het Europees Centrum voor Ziektebestrijding.
Het virus werd voor het eerst ontdekt in Trinidad en Tobago in 1955 en verspreidt zich voornamelijk via beten van geïnfecteerde miertjes en, in sommige gevallen, muggen.
In de volksmond wordt het virus ook wel 'sloth fever' genoemd. Hoewel het virus zijn naam ontleent aan de luiaard, is de link met deze dieren enigszins misleidend. Het virus wordt verspreid door insectenbeten en niet door direct contact met luiaarden.
Carolina Goncalves van Pharmica legt uit dat de term 'sloth fever' vooral opkomt omdat het virus wordt aangetroffen in gebieden waar luiaarden voorkomen, die bekend staan om hun parasieten en ziekteverwekkers.
De recente uitbraak in Europa kan worden toegeschreven aan verschillende factoren, waaronder verbeterde surveillance, klimaatverandering en mogelijke veranderingen in het virus zelf.
Dr. Enny Paixao van de London School of Hygiene and Tropical Medicine wijst erop dat klimaatverandering de verspreiding van vectorgebonden ziekten zoals het Oropouche-virus kan beïnvloeden.
Veranderingen in temperatuur en neerslag kunnen de ontwikkeling van de culicoides-mijd versterken, een belangrijke vector van het virus.
Voorlopig is het Oropouche-virus vooral een probleem in Zuid-Amerika, en het is niet vastgesteld dat de mijd die het virus verspreidt momenteel in Europa voorkomt. Er is geen bewijs dat het virus van persoon op persoon kan worden overgedragen.
De symptomen van het Oropouche-virus omvatten huiduitslag, hoofdpijn, spier- en gewrichtspijn, en zwakte. De ziekte kan ook maag-darmklachten en gevoeligheid voor licht veroorzaken. In zeldzame gevallen kan het leiden tot neurologische symptomen die lijken op meningitis.
Aangezien er momenteel geen specifieke antivirale behandelingen of vaccins beschikbaar zijn, richt de behandeling zich op symptoomverlichting en ondersteunende zorg.
Voor degenen die naar getroffen gebieden reizen, wordt aangeraden om insectenbeten te voorkomen door het gebruik van insectenwerende middelen, het bedekken van blootgestelde huid en het slapen onder een klamboe.