De iconische acteur die de rol van Baron Van Neemweggen vertolkte in Bassie & Adriaan heeft een bijzondere eer gekregen: een bronzen borstbeeld in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag.
Voor veel mensen roept zijn naam meteen herinneringen op aan de slechterik uit de populaire kinderserie, die met zijn kenmerkende uitspraak "Drommels, drommels en nog eens drommels!" menig schermvulling verzorgde.
Paul Van Gorcum, inmiddels 90 jaar oud, was echter veel meer dan alleen de baron die het voortdurend aan de stok had met de clown en acrobaat.
De stem van Van Gorcum is minstens zo legendarisch als zijn verschijning. Zo was hij jarenlang te horen als Gargamel én Moppersmurf in de Nederlandse versie van De Smurfen.
Ook in de Efteling-attractie Baron 1898 schittert zijn karakteristieke stemgeluid. Hij droeg bij aan diverse andere Efteling-attracties, waaronder Droomvlucht.
Het borstbeeld van Van Gorcum krijgt een prominente plek in de buurt van dat van zijn vriend en collega Ko van Dijk.
Sneer naar Bassie & Adriaan
Tijdens de onthulling van het beeld kon Van Gorcum het echter niet laten om een sneer uit te delen richting oud-collega's Bassie en Adriaan.
“En zij zullen zeggen, ‘dankzij ons is hij dat geworden’,” aldus de acteur, terwijl hij naar het borstbeeld wijst. “Maar ik had die status al voordat ik met hen werkte.” Met andere woorden: hij heeft zijn succes niet aan het duo te danken.
Dit laatste citaat is een subtiele verwijzing naar de jarenlange onenigheid tussen Van Gorcum en de broers Van Toor (Bassie en Adriaan).
Wat ooit een succesvolle samenwerking was, eindigde in een langslepend financieel conflict. Van Gorcum claimde nog geld tegoed te hebben van de broers, iets waar zij het absoluut niet mee eens waren. Het geschil leidde tot torenhoge advocaatkosten aan beide kanten.
“We praten over, zoals ik het nu heb uitgerekend, een bedrag van ongeveer 150 euro, gerekend over twaalf jaar. Dus nog geen 1 euro per maand,” vertelde Adriaan ooit met enige verbazing.
De ruzie tussen het drietal is duidelijk nog niet geheel bijgelegd, bijna twintig jaar later.