De discussie rondom de zomer- en
wintertijd laait elk jaar weer op. Hoewel de klok binnenkort opnieuw een uur teruggaat, is het debat over het afschaffen van de tijdswisselingen nog niet beslecht.
De
Europese Commissie overweegt namelijk al sinds 2018 om deze wisseling te stoppen, waarbij landen moeten kiezen tussen permanente zomer- of wintertijd.
Een belangrijke reden voor deze discussie is de invloed op onze gezondheid. Volgens onderzoek van het RIVM heeft vooral de zomertijd een negatief effect op ons bioritme.
De overgang naar zomertijd verstoort de slaap, verhoogt de kans op hart- en vaatziekten en kan leiden tot een tijdelijke 'mini-jetlag.
Dit effect wordt versterkt doordat mensen in de zomertijd vaak minder slapen, wat hun biologische klok uit balans brengt.
Wintertijd sluit beter aan op ons natuurlijke ritme, wat volgens experts gunstiger is voor de gezondheid op de lange termijn.
Er zijn echter ook voordelen aan de zomertijd. Het langer licht blijven stimuleert buitenactiviteiten en vermindert het energieverbruik, omdat er minder kunstlicht nodig is.
Bekijk ook: Peter Heerschop legt nog één keer uit hoe de wintertijd werkt
Mensen profiteren van meer tijd in de natuur, wat positieve effecten heeft op de geestelijke gezondheid en het sociale leven. Dit lijkt vooral belangrijk in de zomermaanden, waarin men vaker buiten wil zijn.
Toch wordt het energiebesparende effect van de zomertijd steeds vaker in twijfel getrokken. Onderzoeken tonen aan dat de besparing minimaal is en andere nadelen, zoals de verstoring van het slaappatroon, zwaarder wegen.
De Europese discussie richt zich dan ook op de vraag of we beter kunnen kiezen voor permanente wintertijd of zomertijd, waarbij volksgezondheid en milieu een centrale rol spelen.
Wanneer gaat de wintertijd in?
Voorlopig blijven we echter nog wisselen. In de nacht van zaterdag 26 op zondag 27 oktober gaat de wintertijd in en moet de klok om 03:00 uur naar 02:00 uur gezet worden.
In maart 2025 gaat de klok weer vooruit, maar de toekomst van deze wisselingen blijft onzeker.
Waarom hanteert Nederland winter- en zomertijd?
De invoering van de wintertijd in Nederland kent een lange geschiedenis die begint in de Eerste Wereldoorlog.
In 1916 voerden de Duitsers vanwege de hoge energiekosten tijdens de oorlog de zomertijd in om langer gebruik te maken van daglicht en zo energie te besparen.
Nederland volgde al snel dit voorbeeld. Na de oorlog werd de zomertijd afgeschaft, maar tijdens de Tweede Wereldoorlog werd deze door de Duitse bezetters opnieuw ingevoerd om de tijd in Nederland gelijk te trekken met die van Duitsland.
Na de oorlog keerde Nederland in 1946 terug naar de standaardtijd - zonder zomertijd - omdat de noodzaak voor energiebeheer minder groot was.
Dit bleef zo tot de oliecrisis van de jaren '70. In 1973 laaide de discussie over energiebesparing opnieuw op, omdat landen vanwege de schaarste zuiniger met energie moesten omgaan.
Als oplossing besloot Nederland in 1977 weer de zomer- en wintertijd in te voeren. Door de zomertijd kon men in de zomermaanden langer gebruikmaken van daglicht, wat leidde tot een verminderd energieverbruik.