Het leven in Nederland wordt opnieuw duurder.

In november waren de prijzen 4 procent hoger dan een jaar geleden. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

In oktober lag de inflatie nog op 3,5 procent. Deze percentages liggen ver boven het Europese streefcijfer van 2 procent. De stijging komt vooral door de hogere voedselprijzen.

Voedsel werd in november 6,2 procent duurder vergeleken met dezelfde maand in 2022. Ook tabak en alcohol, die onder dezelfde categorie vallen, zijn flink in prijs gestegen.

Daarnaast werden diensten zoals verzekeringen en abonnementen opnieuw duurder. De prijsdaling van energie die eerder voor verlichting zorgde, neemt verder af. In oktober waren stroom en gas namelijk nog 2,7 procent goedkoper dan een jaar eerder.

In november daalde de energieprijs slechts met 0,1 procent. Hierdoor blijft de druk op huishoudens groot.

De inflatie in Nederland ligt hoger dan in de meeste andere Europese landen. Waarom dit zo is, blijft onduidelijk.

Volgens Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom van het CBS, zijn effecten zoals huurverhogingen en accijnzen op tabak grotendeels uitgewerkt. Toch blijft de inflatie stijgen.

Economen zijn verdeeld over de oorzaak van de hoge inflatie. Sommigen wijzen naar de stijgende lonen, terwijl anderen de focus leggen op hogere bedrijfswinsten.

Van Mulligen noemt dit een complex probleem. Hij zegt dat prijsstijgingen bedrijven direct meer omzet opleveren, terwijl lonen vaak pas later aangepast worden. Of bedrijven met hogere winsten de inflatie aanjagen, is volgens hem op basis van deze cijfers niet te zeggen.

Of Nederland in een zogeheten loon-prijs-spiraal zit, blijft onduidelijk. Bij zo’n spiraal leiden hogere lonen tot hogere prijzen, die op hun beurt weer zorgen voor loonsverhogingen.

Van Mulligen benadrukt dat dit in Nederland zeldzaam is. Hij sluit het echter niet volledig uit, omdat hiervoor nog geen duidelijk bewijs is.

Voor huishoudens betekent de situatie voorlopig aanhoudende financiële druk.