Zuid-Afrikaanse wetenschappers hebben een innovatieve methode ontwikkeld om de stroperij van neushoorns tegen te gaan: het injecteren van hun hoorns met radioactief materiaal.
Deze aanpak, die voor het eerst op levende dieren is getest, is bedoeld om de hoorns ongeschikt te maken voor consumptie en gemakkelijker detecteerbaar te maken voor douanes.
In Zuid-Afrika worden neushoorns vaak gestroopt vanwege hun hoorns, die in Azië worden gebruikt in de traditionele geneeskunde. Het radioactieve materiaal, hoewel ongevaarlijk voor de dieren en het milieu, maakt de hoorns giftig voor menselijke consumptie.
Nithaya Chetty, hoogleraar aan de University of the Witwatersrand, legt uit dat de injectie de hoorns "in feite giftig voor menselijke consumptie" maakt. Daarnaast kunnen douanes de gesmokkelde hoorns gemakkelijker opsporen met nucleaire detectiesystemen die al in havens en op vliegvelden aanwezig zijn.
In een eerste test zijn twintig neushoorns geïnjecteerd met het radioactieve materiaal. Volgens onderzoeker James Larkin hebben de dieren niets van de injectie gemerkt.
De dosis is laag genoeg om geen gevaar te vormen, maar hoog genoeg om gedetecteerd te worden. Na ongeveer vijf jaar moet de injectie worden herhaald.
Ondanks de innovatieve benadering roept de methode vragen op bij experts zoals Christiaan van der Hoeven van het Wereld Natuur Fonds (WNF).
Hij wijst erop dat de effectiviteit beperkt is als niet alle neushoorns worden behandeld, omdat stropers zich dan eenvoudig kunnen verplaatsen naar gebieden waar de dieren niet zijn geïnjecteerd. Van der Hoeven ziet meer heil in grootschalige onthoorning, een methode die het WNF toepast in de provincie Kwazoeloe-Natal.
"De stroperij liep daar zo uit de hand dat we besloten grondig in te grijpen. Een pijnloze behandeling, die zo’n drie jaar respijt geeft," zegt Van der Hoeven.
Ethische bezwaren en praktische problemen
Hoewel het injecteren van hoorns met giftige stoffen in het verleden werd overwogen, stuitte dit op ethische bezwaren en praktische problemen zoals de verspreiding van de vloeistof door de hoorn en de frequentie van herhalingen.
Het huidige experiment met radioactief materiaal lijkt veelbelovend, maar blijft niet zonder risico’s. De kans op complicaties bij het vangen, verdoven en behandelen van de dieren is altijd aanwezig.
Met ongeveer 27.000 neushoorns wereldwijd en 499 gedode dieren in Zuid-Afrika alleen al vorig jaar, is de noodzaak voor effectieve beschermingsmethoden urgent. Of deze nieuwe methode het verschil kan maken, zal de tijd leren.