Caroline van der Plas dreigt op te stappen

Caroline van der Plas van BoerBurgerBeweging (BBB) heeft gedreigd de Tweede Kamer te verlaten indien de overheid gedwongen maatregelen neemt om de veestapel te verkleinen.

In een recente uitspraak tegen parlementair journalist Marc Belinfante van EenVandaag zei Van der Plas: “Als er gedwongen krimp van de veestapel komt dan ben ik weg. Daar kan ik niet mee leven.”

Volgens het AD moeten deze uitspraken met enige voorzichtigheid worden bekeken, aangezien gedwongen krimp van de veestapel vooralsnog geen officieel onderdeel is van de kabinetsplannen. Van der Plas zelf verwijst naar een “afroming” van de veestapel in plaats van een gedwongen reductie.

Femke Wiersma, haar partijgenoot en minister van Landbouw, zal vrijdag haar voorstellen presenteren om de aanhoudende mestcrisis aan te pakken.

Donderdag lekte echter uit via De Telegraaf dat het beleid mogelijk inhoudt dat boeren hun veestapel, inclusief rundvee, varkens en kippen, moeten verminderen.

Dit voorstel volgt in grote lijnen de plannen van de vorige minister Piet Adema (ChristenUnie), waarvan BBB zich eerder tegen verzette.

Van der Plas schuift de verantwoordelijkheid voor deze situatie af op eerdere kabinetten, die volgens haar de basis hebben gelegd voor de huidige problemen.

“Wij moeten de scherven van slecht beleid door vorige kabinetten oprapen. Voor deze verantwoordelijkheid lopen wij niet weg,” verklaarde ze.

Het verkleinen van de veestapel wordt als noodzakelijk beschouwd vanwege het beëindigen van de Nederlandse uitzonderingspositie. Tot nu toe konden boeren in Nederland meer mest uitrijden dan hun Europese collega's, maar deze situatie zal veranderen.

Binnen de coalitie bestaan echter zorgen over de effectiviteit van de voorstellen van Wiersma en Adema. RTL Nieuws meldt dat er twijfel is of de voorgestelde maatregelen ver genoeg gaan om aan de eisen van de Europese Unie te voldoen.

Er is bezorgdheid dat zonder substantieëlere oplossingen boeren gedwongen zullen worden te stoppen, wat zou kunnen leiden tot een ‘koude sanering’.