Het vertrouwen in de overheid is onder lageropgeleiden bijna verdubbeld sinds het aantreden van het nieuwe kabinet-Schoof.
Uit onderzoek van Ipsos I&O blijkt dat deze groei samenhangt met de tevredenheid over de nieuwe regering, vooral onder PVV- en BBB-kiezers, waar lageropgeleiden in de meerderheid zijn.
Het vertrouwen in de overheid daalde de afgelopen jaren sterk door onopgeloste dossiers zoals het toeslagenschandaal, de hersteloperatie in Groningen en de stikstofcrisis, evenals door inflatie en hoge energieprijzen.
In september 2022 had slechts 29 procent van de bevolking vertrouwen in de overheid, een dieptepunt. Door het nieuwe kabinet is er nu een kentering zichtbaar: 42 procent van de bevolking heeft weer vertrouwen, het hoogste niveau sinds maart 2022.
Bij lageropgeleiden steeg het vertrouwen van 17 procent in september 2022 naar 31 procent. Ook bij middelbaaropgeleiden is het vertrouwen gestegen, van 24 procent naar 37 procent.
Deze stijging begon na de verkiezingsuitslag in november en nam verder toe door het naderende aantreden van het nieuwe kabinet en de gepresenteerde plannen.
Peter Kanne, analist bij Ipsos I&O, merkt op dat bij lager- en middenopgeleiden het vertrouwen in de overheid sterk samenhangt met het vertrouwen in de politieke partijen die het voor het zeggen krijgen.
"Zeker de PVV- en BBB-achterban had het gevoel dat de vorige coalitie niet begreep wat voor hen belangrijk was, zoals de inperking van immigratie en woningbouw," zegt Kanne.
"Het feit dat PVV en BBB nu zo gewonnen hebben en mee gaan regeren, leidt tot een groter vertrouwen in de overheid."
Bij hogeropgeleiden is de relatie tussen vertrouwen in de overheid en de politieke machtsverhoudingen minder groot. Voor deze groep draait het meer om vertrouwen in het democratische systeem als geheel: de instituties, checks and balances, en het ambtenarenapparaat.
Ook bij hogeropgeleiden is het vertrouwen in de overheid weer wat toegenomen, van 41 procent in september 2022 naar 52 procent nu. Deze stijging hangt meer samen met het idee dat het aantreden van het nieuwe kabinet een teken is dat de democratie werkt.
"Het sentiment onder veel hoogopgeleiden is: de kiezers willen dit, dus moeten deze partijen nu de kans krijgen," zegt Kanne.
Uit het onderzoek blijkt dat 39 procent van de Nederlanders tevreden is met het nieuwe kabinet en dat 30 procent er vertrouwen in heeft.
Van de lager- en middenopgeleiden is 46 procent tevreden en 36 procent heeft vertrouwen in een goed resultaat. Bij hogeropgeleiden is slechts 29 procent tevreden en 21 procent heeft vertrouwen in een goed resultaat.
Rond het aantreden van kabinet-Rutte IV was het sentiment omgekeerd. Hogeropgeleiden waren destijds relatief tevreden met het kabinet en hadden er meer vertrouwen in, terwijl dat voor lager- en middenopgeleiden niet gold.