Het Nederlandse kabinet overweegt het gebruik van commerciële DNA-databanken bij het oplossen van ernstige misdrijven zoals moord. Dit betekent dat DNA van mensen die hun genetische achtergrond hebben laten testen voor bijvoorbeeld afkomst-analyses, mogelijk in een misdaadonderzoek kan belanden. Privacy-experts zijn bezorgd over de implicaties van deze aanpak.
Een opmerkelijk voorbeeld van deze methode is de zaak van de Golden State Killer, een seriemoordenaar die in de jaren '70 in de VS actief was. Na 12 moorden en 45 verkrachtingen werd de dader, Joseph DeAngelo, in 2018 op 72-jarige leeftijd gepakt.
Dit gebeurde door gebruik te maken van DNA uit commerciële stamboomdatabanken zoals GEDMatch en Ancestry. De
politie vond een verwant van DeAngelo in een van deze databanken, waardoor ze zijn DNA konden koppelen aan de misdrijven en hem uiteindelijk konden identificeren en arresteren.
Deze techniek heeft wereldwijd aandacht getrokken en andere landen, zoals Noorwegen en Zweden, hebben al successen geboekt met vergelijkbare methoden. In Nederland zijn er proefprojecten waarbij deze methode wordt getest in onopgeloste zaken.
Het kabinet heeft nu aangegeven geïnteresseerd te zijn in het toepassen van deze methode in Nederland, zoals vermeld in het coalitieakkoord. Verdere details over de implementatie volgen binnenkort.
Experts geven tegengeluid
Privacy-experts zoals Nina de Groot van de Vrije Universiteit Amsterdam uiten scherpe kritiek. Ze is bezorgd over het gebrek aan discussie over de ethische en privacy-aspecten van het gebruik van commerciële DNA-databanken door opsporingsdiensten.
Volgens de 2 procents-regel kan al een klein percentage van de bevolking in een dergelijke databank volstaan om vrijwel iedereen met Europese afkomst te traceren via familieleden. Dit betekent dat ook verwanten van een persoon in de databank, waaronder mensen die nooit hun DNA hebben laten testen, ook in beeld kunnen komen bij politieonderzoeken.
Daarnaast vragen commerciële DNA-bedrijven vaak toestemming om gegevens te delen met opsporingsdiensten, maar veel mensen lezen de voorwaarden niet goed. Er zijn ook zorgen over de veiligheid van deze gegevens, vooral na een hack bij 23andMe vorig jaar. Daarbij werd DNA- en gezondheidsinformatie van bijna 7 miljoen mensen gelekt.
De Groot wijst erop dat zelfs met toestemming van één persoon, de privacy van hun verwanten niet gegarandeerd is, wat kan leiden tot ongewenste inbreuken op de privacy. De discussie over het gebruik van deze databanken blijft dus volop gaande.