In Amsterdam-Buitenveldert is de politie gestart met een onderzoek naar een inbraak en vernielingen in de woning van de Joodse man Michael Asuss.
De inbraak vond plaats nadat Asuss maandag aanwezig was bij de herdenking van 7 oktober op de Dam. Hij vermoedt dat anti-Israël-betogers hem naar huis hebben gevolgd, een vermoeden dat ook burgemeester Femke Halsema deelt.
Ze noemt de situatie "afschuwelijk, onverteerbaar, onacceptabel." Bij de inbraak is de woning van Asuss overhoop gehaald.
Er zijn beschadigingen aangetroffen aan onder andere Hebreeuwse boeken, een schilderij van zijn grootouders, die in een Pools concentratiekamp hebben gezeten, en er lagen Joodse kandelaars en een keppeltje verspreid over de vloer.
De vernielingen zijn volgens de politie zeer ernstig en worden met grote prioriteit onderzocht. "We nemen de zaak hoog op," zegt een woordvoerder. "Dat Asuss na de demonstratie naar zijn huis zou zijn gevolgd is een van de scenario's die we bekijken."
Toen Asuss gisteravond thuiskwam van een verjaardag, ontdekte hij dat zijn voordeur was opengebroken. "Het interieur van de woning was volledig overhoop gehaald," vertelde hij.
"Ik vrees dat iemand me herkend heeft van de beelden die tijdens de herdenking zijn gemaakt." De man, een voormalig militair uit het Israëlische leger, had op die avond een Israëlische vlag op zijn jas.
Burgemeester Halsema bezocht Asuss na de inbraak met bloemen en benadrukte de ernst van de zaak. "Ik kan me voorstellen dat er onrust in de buurt is," voegde ze toe.
De gemeente organiseert daarom binnenkort een bijeenkomst voor buurtbewoners. "Dat is echt afschuwelijk, onverteerbaar, onacceptabel. Vanuit de gemeente kijken we wat voor hem kunnen doen."
Naast het politieonderzoek is er inmiddels ook een crowdfunding gestart voor de gedupeerde man. Dit initiatief heeft al duizenden euro's opgeleverd. Mensen die informatie hebben of beeldmateriaal van de verdachten zijn dringend gevraagd om contact op te nemen met de politie.