Macron gooit het roer om: Nieuwe rechtse regering onder vuur

Na elf weken van politieke onzekerheid heeft de Franse president Emmanuel Macron een nieuwe regering voorgesteld, geleid door de conservatieve premier Michel Barnier.

De nieuwe samenstelling van het kabinet markeert een duidelijke verschuiving naar rechts, ondanks dat een linkse coalitie de meeste zetels in het parlement heeft bemachtigd tijdens de verkiezingen in juli. Deze zet heeft geleid tot scherpe kritiek en politieke onrust, vooral vanuit linkse hoek.

De grootste uitdaging voor Barnier, die eerder bekendheid verwierf als de EU’s Brexit-onderhandelaar, is het indienen van een begrotingsplan voor 2025. Frankrijk bevindt zich namelijk in een precaire financiële situatie. De premier sprak deze week over de ernst van de economische problemen, waarbij hij benadrukte dat er snel actie nodig is.

Het begrotingstekort loopt op, met een projectie van 5,6% van het BBP dit jaar en een mogelijke stijging naar 6% in 2025. Dit overschrijdt ruim de EU-norm van 3%, wat tot disciplinerende maatregelen vanuit Brussel kan leiden.

Ondertussen heeft de linkse coalitie, het Nieuwe Populaire Front (NFP), aangekondigd een motie van wantrouwen tegen het nieuwe kabinet in te dienen. De NFP, geleid door de radicaal linkse Jean-Luc Mélenchon, won weliswaar de meeste zetels tijdens de verkiezingen, maar slaagde er niet in een meerderheid te behalen.

Mélenchon noemde de nieuwe regering een kabinet van verkiezingsverliezers en riep op tot onmiddellijke afzetting van Macron en zijn regering. Duizenden linkse demonstranten gingen zaterdag de straat op in Parijs en Marseille om hun onvrede te uiten over de benoemingen en de richting die het land op gaat.

Een belangrijk figuur in het nieuwe kabinet is Bruno Retailleau, een prominent lid van de conservatieve Les Républicains, die is benoemd tot minister van Binnenlandse Zaken.

Retailleau krijgt onder meer de verantwoordelijkheid voor immigratie, een van de meest gevoelige en controversiële onderwerpen in het Franse politieke debat. Daarnaast blijft Macron-bondgenoot Sébastien Lecornu minister van Defensie, terwijl Jean-Noël Barrot, een centrist, is benoemd tot minister van Buitenlandse Zaken.

Een opvallende keuze in het kabinet is Antoine Armand, de nieuwe minister van Financiën. De 33-jarige Armand, voorheen hoofd van de economische commissie in het parlement, heeft de taak om een begrotingsplan in te dienen dat zowel de financiële crisis aanpakt als voldoende steun krijgt in het sterk verdeelde parlement.

Het kabinet is echter afhankelijk van de steun van andere partijen om wetgeving door het parlement te krijgen. Hoewel Macron’s centrumpartij samenwerkt met conservatieve groepen, is deze coalitie geen garantie voor succes.

De fractie van Marine Le Pen’s extreemrechtse Rassemblement National (RN) heeft tot nu toe een neutrale houding aangenomen, maar stelt voorwaarden op thema’s zoals immigratie en veiligheid. De RN gaf aan hun steun in te trekken als hun eisen niet worden ingewilligd.

Mathilde Panot, leider van de extreemlinkse La France Insoumise (LFI), uitte scherpe kritiek op het nieuwe kabinet. Volgens haar is de nieuwe regering een recycling van "alle verkiezingsverliezers" en weerspiegelt het kabinet niet de uitkomst van de verkiezingen.

De komende maanden zullen cruciaal zijn voor Macron en Barnier. Ze moeten namelijk laveren tussen de eisen van verschillende politieke stromingen en tegelijkertijd proberen Frankrijk's financiële crisis aan te pakken. De diepe politieke verdeeldheid maakt het erop of eronder voor de nieuwe regering, die wellicht snel geconfronteerd zal worden met een motie van wantrouwen vanuit links.