Koning Charles III. kan zich verheugen: in 2025 zal de koninklijke familie aanzienlijk meer geld kunnen uitgeven. Een groot deel hiervan zal worden geïnvesteerd in de renovatie van het vervallen Buckingham Palace.
Volgens de Britse persagentschap PA, gebaseerd op het jaarlijkse financiële verslag van het
koningshuis, stijgt het bedrag dat Koning Charles III en zijn familie toekomt voor de uitvoering van hun taken met 45 miljoen pond naar een totaal van 130 miljoen pond (ongeveer 155 miljoen euro).
De oorzaak van deze toename is de gestegen inkomsten van het zogenoemde Crown Estate. Dit betreft een portefeuille van land- en vastgoedbezit en de rechten op economische exploitatie van het continentaal plat rondom de Britse kust.
De inkomsten uit het Crown Estate voeden de zogenoemde ‘Sovereign Grant’, de pot waarmee de Britse Royals hun residenties onderhouden en officiële buitenlandse reizen financieren.
Een belangrijke bijdrage aan de hogere inkomsten komt van de uitbreiding van offshore-windparken in de Noordzee.
Hoewel het percentage van de inkomsten dat bestemd is voor de Royals onlangs is verlaagd naar 12 procent, stijgt het totaalbedrag dat ze beschikbaar hebben alsnog aanzienlijk.
Bestemming van de extra fondsen
Het extra geld zal voornamelijk worden besteed aan de al jaren durende renovatie van Buckingham Palace, aldus het koningshuis.
Op de lijst van aankopen voor dit fiscale jaar staan ook twee nieuwe helikopters van het type AgustaWestland AW139s, die de Royals voor hun officiële verplichtingen willen gebruiken. Deze helikopters zullen twee verouderde Sikorsky-helikopters vervangen.
Naast de reguliere kosten waren er afgelopen jaar enkele grotere uitgaven. De kroning kostte het paleis bijvoorbeeld 800.000 pond (ongeveer 950.000 euro), exclusief de kosten voor veiligheid en deelname van het leger.
Ook buitenlandse reizen waren prijzig. De staatsbezoek van het koningspaar aan Kenia was het duurst, met meer dan 166.000 pond (bijna 200.000 euro) voor chartervluchten en overige uitgaven.
De stijging van de fondsen en de bestemming ervan zullen waarschijnlijk onderwerp van discussie zijn onder de Britse bevolking, vooral gezien de economische uitdagingen waarmee veel burgers te maken hebben.
Toch benadrukt het koningshuis dat deze fondsen essentieel zijn voor het onderhouden van de koninklijke residenties en het uitvoeren van hun officiële taken, wat uiteindelijk bijdraagt aan de representatie van het Verenigd Koninkrijk op internationaal niveau.