Met het nieuwe jaar in zicht worden ook de AOW-uitkeringen aangepast. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) heeft de nieuwe bedragen bekendgemaakt.
Per 1 januari 2025 stijgt het wettelijk minimumloon met 2,7 procent, wat ook invloed heeft op de hoogte van de AOW. Hierdoor gaan zowel alleenstaanden als gehuwden of samenwonenden er iets op vooruit.
Voor alleenstaanden stijgt de bruto-AOW van 1.569,75 euro naar 1.580,92 euro per maand.
Netto houdt u 1.214,77 euro over zonder loonheffingskorting.
Met loonheffingskorting stijgt het netto bedrag naar 1.497,77 euro.
Ook het vakantiegeld stijgt.
U spaart nu 102,46 euro bruto per maand op, tegenover 78,34 euro eerder.
Dit vakantiegeld wordt in mei uitgekeerd.
Als u getrouwd bent of samenwoont, stijgt de bruto-AOW per persoon van 1.067,47 euro naar 1.081,50 euro per maand.
Netto houdt u per persoon 831,12 euro over zonder loonheffingskorting.
Met toepassing van de loonheffingskorting komt dit uit op 1.024,62 euro.
Het vakantiegeld stijgt naar 73,18 euro bruto per maand, waar dit eerder nog 55,96 euro was.
De laatste uitbetaling van 2024 vindt plaats op donderdag 19 december.
De eerste betaling van 2025 volgt op donderdag 23 januari.
De overige betaaldagen voor AOW zijn te vinden op de website van de SVB.
Naast de AOW hebben veel mensen recht op een aanvullend pensioen.
Drie kleine pensioenfondsen stappen per 1 januari 2025 al over naar het nieuwe pensioenstelsel.
De meeste grote fondsen volgen in 2026 of 2027.
Indexaties zijn voorlopig beperkt.
Veel pensioenfondsen kiezen voor een voorzichtige koers om financiële risico’s te vermijden.
Prinses Beatrix ontvangt AOW, maar het bedrag dat ze ontvangt, gaat naar een goed doel. Sinds haar 65ste heeft ze recht op deze uitkering, wat gebruikelijk is voor alle Nederlanders die de AOW-leeftijd bereiken.
De AOW is een basispensioen dat door de staat wordt verstrekt aan mensen die de pensioenleeftijd hebben bereikt, en in het geval van prinses Beatrix is dit geen uitzondering.
Naast haar AOW ontvangt prinses Beatrix ook een jaarlijkse grondwettelijke uitkering van de staat. Deze uitkering bestaat uit twee componenten: een inkomensdeel (A-component) en een component voor personele en materiële uitgaven (B-component).
Voor 2025 is haar totale uitkering vastgesteld op ongeveer €1,5 miljoen per jaar, waarvan een aanzienlijk deel bedoeld is voor de kosten van haar personeel en andere uitgaven