Uit een intern onderzoek van het UWV blijkt dat de wijze waarop arbeidsongeschiktheidsbeoordelingen tot stand komen in meer dan de helft van de gevallen niet zorgvuldig is.
In die gevallen werden medische gegevens niet geraadpleegd, was de toetsing van de urenbeperking niet juist, of waren de conclusies over de inzetbaarheid van mensen onjuist.
Dit blijkt uit een steekproef van 239 dossiers die het UWV heeft uitgevoerd. In de helft van de dossiers was de urenbeperking niet juist getoetst. Dit heeft gevolgen voor de hoogte van de uitkering die mensen ontvangen.
De onzorgvuldigheid speelt vooral bij telefonische beoordelingen, die vaak worden ingezet bij herkeuringen. Bij 80% van deze beoordelingen is het eindoordeel niet geloofwaardig. Ook bij mensen met psychische stoornissen worden relatief veel onzorgvuldige beoordelingen gegeven.
Charles Lemmers, die 37 jaar bij het UWV werkte en ooit de kwaliteitscontroles mede vorm gaf, noemt de aantallen schokkend. "Ik schrik hiervan. Zulke slechte cijfers hebben we nooit gehad."
"Kwalijk’’, vindt Natascha Schenk, gevraagd naar wat ze van de uitkomsten van het onderzoek vindt. Als jurist staat ze veel cliënten bij in bezwaarzaken tegen het UWV. "Dit gaat echt alle perken te buiten. Als je dit weet, kun je als UWV hier niet met goed fatsoen mee doorgaan.’’
Het UWV erkent dat er in veel gevallen sprake was van onzorgvuldigheid, maar benadrukt dat dit niet per se betekent dat de uiteindelijke beoordeling onjuist is.
Verzekeringsartsen die beoordelingen uitvoeren, moeten volgens de richtlijnen van het UWV werken en daarvan verslag uitbrengen. Echter, de argumentatie in die rapporten is "niet altijd even uitgebreid", mede door de werkdruk waar artsen mee kampen.
Het is van essentieel belang dat de richtlijnen worden nageleefd, zo benadrukt het UWV. Voor cliënten die niet tevreden zijn met een ontvangen oordeel, bestaat de mogelijkheid om bezwaar aan te tekenen. Hun zaak wordt dan opnieuw beoordeeld, waarbij wordt gehoopt op een grondiger en rechtvaardiger resultaat.