Oranje spreekt harde woorden na afgang: 'Misschien overschatten we onszelf'

De nederlaag tegen Oostenrijk heeft diepe sporen nagelaten bij het Nederlands elftal. Na een besloten oefenwedstrijd en een familiedag sprak Oranje vrijdag voor het eerst met de pers. De toon was somber en zelfkritisch.

Aanvoerder Virgil van Dijk en reserveaanvoerder Nathan Aké namen plaats voor de microfoons om de slechte sfeer rond de ploeg te keren. Beiden toonden zich schuldbewust en spraken over harde woorden die tijdens de teambesprekingen zijn gevallen.

"Er is heel veel gesproken de afgelopen dagen," aldus Van Dijk. "Er zijn harde woorden gevallen. Dat is nodig. We hebben beelden van de wedstrijd bekeken en er is het één en ander gebeurd."

De inhoud van de besprekingen wilde Van Dijk niet delen, "omdat dit binnenskamers hoort te blijven." Wel gaf hij toe dat er wellicht sprake is van overschatting bij Oranje. "Misschien overschatten we onszelf wel," waren zijn veelzeggende woorden.

Bondscoach Ronald Koeman was na afloop van de wedstrijd fel in zijn kritiek op het presteren van zijn ploeg. Hij hekelde het slappe verdedigen, het stroeve aanvalsspel en de gebrekkige communicatie. Ook het leiderschap van Van Dijk werd in twijfel getrokken.

Van Dijk erkende de terechte kritiek. "Ik neem het mezelf kwalijk," zei hij. "Ik ben ook niet gek. Ik weet wanneer het beter kan en beter moet. Ik heb niet mijn beste wedstrijd gespeeld. Ik ben iemand die de leiding moet nemen. Dat is de afgelopen wedstrijd niet gebeurd."

De nederlaag tegen Oostenrijk was een fikse domper voor de EK-ambities van Oranje. De ploeg staat nu op de derde plaats in de poule en moet in de laatste groepswedstrijd tegen Roemenië winnen om zich te plaatsen voor de achtste finales.

Roemenië werd eerste in groep E door meer doelpunten te maken dan België. Ze begonnen het toernooi met een 3-0 zege op Oekraïne, verloren daarna van België met 2-0 en speelden gelijk tegen Slowakije (1-1). Dankzij deze resultaten gaan ze door naar de achtste finales.