11-jarige jongen, in Nederland geboren, wordt bedreigd met deportatie

Een 11-jarige jongen die in Nederland geboren is, wordt geconfronteerd met de dreiging van deportatie.

De zaak heeft aanzienlijke verontwaardiging en bezorgdheid gewekt binnen de gemeenschap en ondersteuningsorganisaties die pleiten voor een menselijke benadering van immigratiekwesties.

Mikael en zijn moeder wonen in een asielzoekerscentrum in het Zuidoost district en zij is sinds 2010 in het land. "We zijn dankbaar dat we een dak boven ons hoofd hebben, maar dit is geen veilige omgeving," vertelde ze aan het Parool. "Mensen gebruiken drugs, vapes en drinken alcohol. We hebben geen koelkast, geen wasmachine en Mikael heeft een rustige plek nodig om zijn huiswerk te maken."

Hun inspanningen tot het regulariseren van hun verblijfsstatus zijn tot nu toe niet echter niet succesvol geweest, wat heeft geleid tot de dreiging van uitzetting voor het hele gezin, inclusief de 11-jarige jongen.

De situatie heeft geleid tot een emotionele noodkreet van de kant van de familie en hun supporters, die de unieke omstandigheden van de jongen benadrukken. Op de leeftijd van 11 jaar heeft hij sterke banden gevormd met zijn omgeving, waaronder zijn school, vriendenkring en lokale gemeenschap.

Voorstanders van de jongen benadrukken dat hij geen enkele band heeft met het land van herkomst van zijn ouders, waardoor zijn gedwongen vertrek des te schrijnender lijkt.

Meer dan 25.000 mensen hebben een petitie ondertekend waarin wordt opgeroepen om de jongen te laten blijven, en burgemeester van Amsterdam Femke Halsema heeft persoonlijk staatssecretaris Erik van der Berg gebeld om gratie te vragen.

De Nederlandse autoriteiten hebben nog niet gereageerd op het specifieke geval, maar dergelijke situaties hebben eerder publieke en politieke discussies veroorzaakt over het evenwicht tussen immigratiebeheer en humanitaire overwegingen.

In reactie op het dreigende gevaar van deportatie hebben lokale belangengroepen en advocaten zich gemobiliseerd om juridische bijstand te verlenen aan de familie van de jongen.