Conor McGregor heeft een oproep tot boycot van zijn merken aan zijn broek hangen nadat een civiele rechtbank hem aansprakelijk heeft gesteld voor de seksuele aanranding van Nikita Hand.
De jury oordeelde dat Hand recht heeft op een schadevergoeding van €250.000 vanwege een incident dat plaatsvond in december 2018 in een penthouse van het Beacon Hotel in Dublin.
Als reactie op de uitspraak roept Cliona Saidlear, directeur van het Rape Crisis Network Ireland, retailers op om McGregor's alcoholmerken te weren.
Ze vindt dat bedrijven moeten nadenken of ze geassocieerd willen worden met iemand die door een jury schuldig is bevonden aan dergelijk gedrag.
McGregor's merken, waaronder Proper No. Twelve whiskey en Forged Irish Stout, worden nog steeds verkocht in supermarkten en slijterijen.
Saidlear vindt dat bedrijven verantwoordelijkheid moeten nemen en moeten stoppen met de promotie van McGregor.
Ze stelt dat financiële schade door boycots een krachtige boodschap kan sturen, aangezien de schadevergoeding van €250.000 waarschijnlijk weinig impact heeft op
McGregor's fortuin.
Naast deze controverse wacht McGregor begin volgend jaar opnieuw een rechtszaak, dit keer aangespannen door zijn voormalig vriend en collega-MMA-vechter Artem Lobov.
Lobov beweert dat hij recht heeft op vijf procent van de winst van Proper No. Twelve, omdat hij naar eigen zeggen een cruciale rol speelde bij het opzetten van het merk.
Deze zaak, die voor de High Court wordt behandeld, zou McGregor volgens insiders miljoenen kunnen kosten als de uitspraak in het nadeel van de voormalige UFC-kampioen uitvalt.
Ondanks de oproep tot boycot en juridische problemen blijft McGregor actief als vertegenwoordiger van zijn merken.
Critici vrezen echter dat dit de reputatie van zowel de producten als de bedrijven waarmee hij samenwerkt verder kan schaden.