In de aanloop naar de kwartfinale van het EK tussen Nederland en Turkije is de spanning al flink opgelopen.
Rond half drie in de nacht werd het Grand Hyatt hotel in Berlijn, waar de Oranje-internationals verblijven, opgeschrikt door een luid vuurwerkspektakel.
De actie is vastgelegd door het populaire supportersaccount Voetbal Ultra en stelde: “De toon is gezet.”
De Turkse supporters, voornamelijk aanhangers van Galatasaray, wilden met het vuurwerk de nachtrust van de Nederlandse spelers verstoren in de hoop dat ze minder fris aan de aftrap verschijnen.
Toch is de kans groot dat deze actie weinig invloed zal hebben, aangezien de wedstrijd pas zaterdagavond om 21:00 uur begint, wat de Oranje-internationals voldoende tijd geeft om bij te slapen en uit te rusten.
Berlijn, en met name de wijk Kreuzberg, ademt Turkse sfeer in de dagen voorafgaand aan de wedstrijd. Deze wijk staat bekend als ‘Klein Istanboel aan de Spree’ door de grote Turkse gemeenschap die er woont.
De wijk is versierd met Turkse vlaggen en de lokale bevolking heeft zich duidelijk voorbereid op een spannende wedstrijd.
Kreuzberg was eerder deze week al in feeststemming nadat Turkije verrassend van Oostenrijk won, wat resulteerde in urenlang getoeter en een volksfeest dat door de politie moest worden beëindigd toen er vuurwerk werd gegooid.
Deze culturele mengelmoes in Kreuzberg laat wel zien dat Nederland zaterdagavond een uitwedstrijd speelt, ondanks dat de wedstrijd in Berlijn wordt gehouden.
Met een aanzienlijke Turkse gemeenschap en hun steun verwacht bondscoach
Ronald Koeman een
“Turkse heksenketel” in het Olympiastadion. Exacte cijfers over het aantal Turkse supporters op de tribunes ontbreken, maar de verwachting is dat zij in de meerderheid zullen zijn.
Historicus Marja Verburg, verbonden aan het Duitsland Instituut in Amsterdam, herinnert zich nog de kwartfinales van het EK in 2000 toen ze in Kreuzberg woonde.
“Ik ben op een gegeven moment uit bed gestapt en in de keuken gaan zitten”, zegt ze. “Ik wachtte tot het 3.00 uur was, want toen hielden ze eindelijk op met toeteren. Het was heel grappig.”