De Amsterdamse gemeente krijgt een forse rekening voorgeschoteld. Ze moeten namelijk 62.000 euro dokken, wegens de foute registratie van de privéritten van burgemeester Femke Halsema.
Het is nogal een financiële uitdaging voor de gemeente van
Amsterdam: zomaar 62.000 euro uit de zakken schudden vanwege de privéritten van burgemeester Femke Halsema in haar dienstauto.
Uit een document blijkt dat de registratie van deze ritten sinds 2019 niet meer nauwkeurig is bijgewerkt. Hoewel Halsema zelf altijd keurig meldde wanneer ze gebruik maakte van haar dienstvoertuig, heeft de gemeentelijke administratie behoorlijk gefaald.
Zij vergaten de vereiste fiscale bijtelling correct te verwerken en af te dragen aan de Belastingdienst. Volgens wethouder Hester van Buren (Coördinatie Bedrijfsvoering) is er destijds een administratieve fout gemaakt rondom het reglement voor het gebruik van de dienstauto, wat nu leidt tot aanzienlijke gevolgen voor de gemeente Amsterdam.
Hoewel er destijds wel informele afspraken waren gemaakt over het privégebruik van de dienstauto door Halsema, vanwege veiligheidsredenen en de continue beschikbaarheid van de burgemeester, zijn deze afspraken niet formeel vastgelegd in een officieel besluit.
Nieuw regelement
Nu, met een nieuw reglement dat deze zaken duidelijker regelt, staat de gemeente voor de taak om met terugwerkende kracht 62.000 euro aan de Belastingdienst te betalen. Bovendien heeft de gemeente een boete opgelegd gekregen vanwege een vertraagde indiening van dit deel van de belastingaangifte. De exacte hoogte van
deze boete is nog niet bekendgemaakt.
Deze kwestie werpt een schaduw over het beheer van de gemeentelijke administratie en de naleving van belastingregels. Hester van Buren trekt de schuld op zich. "Zowel het proces als de regels waren niet duidelijk genoeg,'' benadrukt zij.
"Daarom zijn per 1 juli 2024 nieuwe werkinstructies van kracht waarmee voor iedere betrokkene in de organisatie duidelijk is hoe te handelen bij het registreren, de administratieve afhandeling en het verantwoorden van privégebruik van de dienstauto."